Zijn er vaccines voor Covid of niet ?

Een virus in het bijzonder, B814, (Coronavirus) dat afkomstig was van een leerling uit Surrey in 1960, weerstond hardnekkig aan alle pogingen om het te kweken in de normale celculturen. In een biologisch kweek proces bleek het uiteindelijk wel te groeien en Tyrell wilde weten of het gezien zou kunnen worden onder een elektronenmicroscoop.

Gezien men virussen moet kweken om proeven te doen en om een geschikt gemanipuleerd virus te bekomen, en verder te kweken, moet de natuurlijk kweek van het virus mogelijk zijn , doch dat is net bij Corona niet het geval.

Het coronavirus :

Het eerste menselijk coronavirus werd ontdekt door June Almeida, de dochter van een Schotse buschauffeur die op haar 16e de school verliet. Ondanks het feit dat ze er niet voor opgeleid was, werd ze een pionier op het gebied van de beeldvorming, de identificatie en de diagnose van virussen. Technieken die door haar op punt gesteld werden, hebben geholpen om het nieuwe coronavirus dat COVID-19 veroorzaakt te identificeren.

Omdat er geen geld was voor hogere studies, verliet ze op haar 16e de school om te gaan werken in de Glasgow Royal Infirmary als laboratoriumtechnicus in de afdeling histopathologie, de studie van ziekteprocessen aan de hand van vervormingen in weefsels.

Voor haar carrière verhuisde ze naar Londen waar ze ging werken in het St Bartholomew’s Hospital en in 1954 trouwde met Enrique Rosalio Almeida, een Venezolaanse kunstenaar met wie ze een dochter kreeg, Joyce. 

Het jonge gezin verhuisde naar Toronto in Canada, waar June aan de slag ging in het Ontario Cancer Institute als technicus voor het bedienen van een elektronenmicroscoop. 

In het Ontario Cancer Institute ontwikkelde ze haar uitzonderlijke vaardigheden met de elektronenmicroscoop en ze werd er een pionier van een nieuwe beeldvormingstechniek, de immuno-elektronmicroscopie, waarbij antilichamen worden gebruikt om virussen beter zichtbaar te maken. 

Ondanks het feit dat ze geen formele kwalificaties had, werd ze in het instituut bevorderd op basis van haar vaardigheden en prestaties en in verschillende wetenschappelijke publicaties kreeg ze krediet voor haar bijdrage in het identificeren van virussen en structuren van virussen.  

Verkoudheid:

Het uitzonderlijke talent van Almeida bleef ook in het Verenigd Koninkrijk niet onopgemerkt en A.P. Waterson, professor microbiologie aan de St Thomas’s Hospital Medical School, wist haar in 1964 te overhalen terug te keren naar Groot-Brittannië om er haar werk met elektronenmicroscopen voort te zetten in de medische school, een van de oudste en meest prestigieuze in het VK.  Het is overigens in het St Thomas’s Hospital dat de Britse premier Boris Johnson is opgenomen met COVID-19.

Almeida maakte er de eerste beelden met immuun-elektronmicroscopie van het rubella- of rodehondvirus en werkte er rond het hepatitis B-virus en verkoudheidvirussen. Voor die laatste virussen begon ze samen te werken met dokter David Tyrrell, die in Salisbury in Wiltshire onderzoek deed naar verkoudheden.

Tyrrell werkt met nasale stalen van vrijwilligers en zijn team slaagde erin veel van de met ‘gewone’ verkoudheden geassocieerde virussen te kweken in hun laboratorium, maar niet allemaal. 

Een virus in het bijzonder, B814, dat afkomstig was van een leerling uit Surrey in 1960, weerstond hardnekkig aan alle pogingen om het te kweken in de normale celculturen.

In orgaanculturen bleek het uiteindelijk wel te groeien en Tyrell wilde weten of het gezien zou kunnen worden onder een elektronenmicroscoop.

Dus stuurde hij stalen naar Almeida, en die slaagde erin de virusdeeltjes zichtbaar te maken.

Ze beschreef ze als griepvirusachtig maar toch niet precies hetzelfde. Later, bij de publicatie van de foto’s, zouden Tyrrell en Almeida ze omschrijven als “niet te onderscheiden van de deeltjes van infectieuze vogelbronchitis”, een zeer besmettelijke ziekte van de luchtwegen bij kippen die veroorzaakt wordt door een ander coronavirus.

Tyrrell en Almeida hadden het eerste menselijke coronavirus geïdentificeerd.  (Uit Wikipedia)

Vaccins: – https://nl.gsk.com/nl-nl/onderzoek-en-ontwikkeling/ontwikkeling-en-onderzoek-vaccins

Elke ziekte heeft verschillende kenmerken, dus elk vaccin heeft een eigen ontwikkelingstraject. Afhankelijk van de ziekte kunnen we pathogenen ofwel ziekteverwekkers, of verzwakken of volledig inactiveren. Dit maakt ze veilig voor gebruik in het vaccin.

In sommige gevallen kunnen we componenten van de pathogenen zuiveren en combineren.

De toevoeging van gespecialiseerde moleculen – bekend als adjuvantia – kan vervolgens de immuunrespons van het lichaam bevorderen.

Preklinische tests – inzicht in hoe het potentiële vaccin werkt en hoe het waarschijnlijk het lichaam beïnvloedt :

Voor het onderzoek bij mensen wordt een nieuw vaccin zorgvuldig onderzocht in het laboratorium, gevolgd door dierproeven. Zo waarborgen we dat het zuiveringsproces niet de identiteit van het vaccin heeft aangetast. En dat het de juiste afweerreactie stimuleert. Het effect van het toevoegen van een adjuvans wordt uiteraard geëvalueerd. Dierproeven volgen strikte richtlijnen van de regelgevende instanties. We voeren ze alleen uit als vragen niet met een andere methode kunnen worden beantwoord.

Klinisch onderzoek – testen bij mensen :

Onderzoek bij mensen wordt uitgevoerd in drie fasen, op basis van internationale afspraken.

In fase I evalueren we in studies met kleine groepen vrijwilligers de veiligheid, de afweerreactie en de tolerantie voor verschillende doses.

Fase II omvat een grotere groep en bevestigt formuleringen en doses. Ook stelt het de behoefte vast aan boosters en de beste intervallen tussen elke dosis.

Fase III-onderzoek evalueert de bescherming in een groep van duizenden vrijwilligers die risico lopen op de bewuste infectie. Dit kan jaren duren.

Wettelijke goedkeuring – gegevens indienen bij regelgevers :

Alle informatie en gegevens die we tijdens de ontwikkeling en onderzoeken  naar een nieuw vaccin verzamelen, presenteren we aan de regelgevende instantie (EMA of CBG). Voordat de instantie autorisatie verleent, moeten we alle vragen hebben beantwoord.

Levering, productie en verzending :

Net als de ontwikkeling van vaccins is de productie zeer complex en tijdrovend. Een specifieke uitdaging is het aanbod op de vraag te laten aansluiten. Dat betekent meestal dat het nieuwe vaccin in grote hoeveelheden moet worden geproduceerd zodra de registratie rond is.  

Het voorspellen van de vraag naar het vaccin is dan ook een essentieel onderdeel van de vaccinvoorziening. Wij werken hierin nauw samen met de autoriteiten.

Monitoring – evaluatie van vaccins na introductie :

Wanneer een vaccin is geïntroduceerd, blijven we het monitoren. Zo kunnen we voortdurend de veiligheid en effectiviteit ervan beoordelen. Vaak vragen de regelgevende instanties dit van ons. Gebruik van het vaccin levert namelijk ook weer nieuwe inzichten op. Dit kan leiden tot een aangepaste beoordeling en dus een bredere inzet van het vaccin. Hierdoor kunnen uiteindelijk nog meer mensen profiteren van de werking van het vaccin.

Er zijn wereldwijd meer dan 30 GSK-vaccins beschikbaar. Elk vaccin heeft hetzelfde intensieve proces doorlopen voordat het op de markt kwam. Onze vaccins hebben vele levens gered. De langdurige effectiviteit is de neerslag van de toewijding en de uren, dagen, weken en jaren die onze wetenschappers in het laboratorium hebben doorgebracht om ze te ontwikkelen.

Klinisch onderzoek :

Lees meer over ons proces van klinisch onderzoek en hoe we gedurende dit hele proces samenwerken met artsen en vrijwilligers. (Wikipedia)

Opvallend is dat het virus B814, later door zijn vorm Kroonvirus of Coronavirus genoemd, niet gekweekt kan worden volgens een normaal fokprogramma, wat wel nodig is om een ​​vaccin te bouwen, aangezien een vaccin uit elementen moet zijn opgebouwd die aanwezig zijn in het virus. Bij het gebruik van een orgaancultuur om een ​​virus te vermeerderen, rijst de vraag of het abnormaal gekweekte virus voldoende compatibel is om de constructie van een vaccin in goede banen te leiden, aangezien het bijna ondenkbaar is dat in een abnormale kweek de juiste replica’s kunnen worden gemaakt, die leiden tot een waardevol vaccin om een ​​bevolking tegen een dergelijk virus te beschermen.

Het tweede probleem is dat een vaccin gedurende 10 tot 15 jaar moet worden gecontroleerd en getest om voldoende zekerheid te hebben over het effect van het vaccin op de meerderheid van de bevolking. Wat betreft Corona wijst de vaccinfabrikant op de urgentie om over een vaccin te beschikken. Maar als men de cijfers van Corona na een jaar evalueert, is de vraag: Waarom deze zogenaamde urgentie? Het virus is nauwelijks te onderscheiden van andere respiratoire virussen, zoals griepvirus en vele andere virussen, die vergelijkbare symptomen kunnen vertonen. Dit betekent dat de vraag mag worden gesteld, in hoeverre is men in minder medisch ontwikkelde landen en omgevingen in staat onderscheid te maken tussen de oorzaak van luchtweginfecties en het betreffende virus?

Dit roept de vraag op waar coronavaccins vandaan komen, gezien het feit dat natuurlijk gekweekte en uniforme virussen nodig zijn om een ​​vaccin te ontwikkelen en te testen, en overigens duurt de vaccinopbouw jaren om voor de nodige zekerheid te zorgen. (Hendrik Leenders)

Leave a comment